De bouw van nieuwe kankercentra onzeker

De geplande bouw van vier dure kankercentra staat op losse schroeven nu de zorgverzekeraars weigeren er behandelingen te vergoeden. Minister Schippers van Volksgezondheid wil naar verwachting nog deze maand een aantal academische ziekenhuizen een vergunning geven voor protonentherapie, een nieuwe vorm van bestraling.

Nederlands-Kanker-InstituutDit schreef de Volkskrant

Het gaat dus specifiek om oncologisch centra waar een nieuwe vorm van bestraling wordt gebruikt, de zogeheten protonentherapie. Over de meerwaarde van deze behandelwijze bestaan twijfels. Daarom willen verzekeraars maar met één centrum een contract afsluiten.

De bouw van de vier oncologische centra kost ongeveer 350 miljoen euro, een behandeling kost enkele tienduizenden euro’s per patiënt. De plannen zijn reeds in een vergevorderd stadium. Holland PTC (een samenwerking van de academische ziekenhuizen in Rotterdam en Leiden, en de TU Delft) wil over drie jaar de deuren openen in een kliniek naast snelweg A13, waarvoor het ontwerp al af is. Ook in Maastricht, waar het UMC samenwerkt met een bestralingsinstituut, is de architect klaar en de financiering rond. Het Groningse UMCG heeft de Europese aanbestedingsprocedure in gang gezet. En in Amsterdam, waar het AMC, het VUmc en het Antoni van Leeuwenhoek gaan samenwerken, zijn gesprekken met de bank aanstaande.

Onbewezen techniek
Artsen en zorgverzekeraars zijn achter de schermen met het ministerie in gesprek. De minister heeft met de ziekenhuizen al een bestuurlijk akkoord gesloten. Maar zorgverzekeraars menen dat het geen pas geeft in tijden van grootschalige bezuinigingen een nog onbewezen techniek in te voeren. Zorgverzekeraars willen dat Schippers voor maar één oncologisch centrum een vergunning geeft voor protonentherapie in plaats van de voorgenomen vier.

“Eén centrum in plaats van vier scheelt heel veel geld. Eén centrum is meer dan genoeg, als we zien hoeveel behandelingen er nu plaats vinden in het buitenland”, aldus een woordvoerster van Achmea, dat in deze kwestie samen optrekt met andere zorgverzekeraars.

Radiotherapeuten (bestralingsartsen) wijzen op de gezondheidswinst voor patiënten. Die krijgen door de nieuwe behandeling nauwelijks nog met bijwerkingen te maken, zegt Hans Langendijk, voorzitter van het Landelijk Platform Protonentherapie.

Nog onvoldoende ontwikkeld
Nog lang niet alle artsen staan achter het initiatief, zo steunt de Utrechtse hoogleraar radiotherapie Marco van Vulpen de verzekeraars. Volgens hem is protonentherapie technisch nog onvoldoende ontwikkeld om er meteen vier centra voor te openen. Ook het Nijmeegse UMC St Radboud vindt in eerste instantie één oncologisch centrum genoeg.

Vorige maand besloten grote Amerikaanse zorgverzekeraars de vergoeding te schrappen voor de protonenbehandeling van patiënten met prostaatkanker. Aanleiding is een onderzoek, gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute, waaruit blijkt dat de nieuwe vorm van bestraling op lange termijn niet beter werkt, terwijl de kosten wel twee keer zo hoog zijn.

Meer onderzoek nodig
Nederlandse artsen stellen voor de komende tijd in de nieuwe centra wetenschappelijk onderzoek te doen naar het effect van de therapie. Volgens de Gezondheidsraad komen jaarlijks 2.200 patiënten voor behandeling in aanmerking, 4 procent van alle bestraalde patiënten. Dat aantal neemt de komende jaren toe. Omdat per centrum zo’n 600 patiënten kunnen worden behandeld, zijn er dus vier oncologische centra nodig.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*